- Je lichaam kan (overtollig) vet gebruiken als brandstof.
- 84% van het vet dat je verbrandt, adem je uit als koolstofdioxide.
- Je verbrandt geen vet door harder te ademen, maar door minder te eten en meer te bewegen.
Wat is vet eigenlijk?
Lichaamsvet is meer dan alleen een extra laagje. Het is een actief onderdeel van je metabolisme. Dat werkt als volgt.
Je vetweefsel bestaat uit vetcellen. Die cellen slaan energie op in de vorm van triglyceriden. Dat zijn kleine vetbolletjes opgebouwd uit een beetje suiker (glycerol) en drie vetzuren.
Je lichaam kan deze vetten later weer gebruiken als brandstof, bijvoorbeeld als je minder eet of extra energie nodig hebt.
Oftewel, de vetlaag is de energiereserve waar je lichaam op terugvalt als er minder calorieën binnenkomen dan je verbrandt [1].
Twee soorten vet
Je lichaam slaat vet op in verschillende vormen. De twee belangrijkste soorten zijn:
- Wit vet – de energieopslag
Dit is het vet dat je ziet en voelt, bijvoorbeeld rond je buik, heupen of dijen. Als je meer calorieën binnenkrijgt dan je verbruikt, zet je lichaam die energie om in vet en slaat het op als reserve. Dat is op zich nuttig, maar te veel wit vet, vooral rond je organen (visceraal vet), kan schadelijk zijn voor je gezondheid.
- Bruin vet – de calorieverbrander [2]
Bruin vet, of bruin vetweefsel, is een speciaal soort lichaamsvet. Het verbrandt actief energie om warmte te maken. Je lichaam gebruikt dit vet dan ook vooral om je lichaamstemperatuur op peil te houden, bijvoorbeeld als je in een koude omgeving bent.
Je wordt met bruin vet geboren: baby’s hebben relatief veel bruin vet, omdat ze zichzelf nog niet goed warm kunnen houden. Volwassenen hebben ook bruin vet, vooral rond de nek, schouders, ruggengraat en bij de nieren. Je kunt de activiteit van bruin vet stimuleren, bijvoorbeeld met kou (zoals koud douchen of buiten sporten bij lagere temperaturen).
.webp)
In het kort: Vet is een energiereserve die je lichaam opslaat en gebruikt wanneer dat nodig is. Er zijn twee soorten vet: wit en bruin. Wit vet slaat energie op, bruin vet verbrandt energie om je warm te houden.
Hoe verlaat vet je lichaam?
En dan nu het mysterie: hoe verlaat vet je lijf als je afvalt?
Veel mensen denken dat je vet uitplast, uitzweet of omzet in spieren. Maar het echte antwoord is verrassend:
84% van het vet dat je verbrandt, adem je uit als koolstofdioxide (CO₂).
De overige 16% verlaat je lichaam via water, in de vorm van zweet, urine of tranen [4].
Zo verlaat vet je lichaam
Moet je nu heel hard gaan ademen om je overtollige kilo’s te verliezen? Nee. Het werkt als volgt:
- Vet is opgeslagen als ‘triglyceriden’ in je vetcellen.
Triglyceriden zijn energierijke vetmoleculen: ze bestaan uit glycerol (een soort suiker-alcohol) en drie vetzuren. Ze zitten klaar in je vetcellen als energiereserve.
- Heb je energie nodig? Dan worden die triglyceriden afgebroken.
Je lichaam breekt ze op in losse vetzuren en glycerol. Deze komen in je bloed terecht.
- De vetzuren worden door je lichaamscellen opgenomen en verbrand in de mitochondriën.
Mitochondriën zijn kleine ‘energiecentrales’ in bijna al je cellen. Daar worden vetzuren stap voor stap afgebroken. Dat proces heet ‘vetoxidatie’. Het doel: energie vrijmaken die je lichaam direct kan gebruiken.
- Bij die verbranding ontstaan afvalstoffen: koolstofdioxide (CO₂) en water (H₂O).
- De CO₂ adem je uit via je longen.
- Het water verlaat je lichaam via urine, zweet of de adem.
De meeste kilo’s vet verlies je dus via je adem.
In het kort: Bij vetverbranding wordt vet wordt losgemaakt uit je vetcellen. De vetzuren gaan je cellen in waar ze in mitochondriën worden ‘verbrand’. De energie gebruik je en de afvalstoffen adem je grotendeels uit, en de rest raak je kwijt via vocht.

Voorbeeld: hoe ziet dat eruit in cijfers?
Stel: je weegt 90 kilo en gebruikt Ozempic. Uit onderzoek blijkt dat mensen gemiddeld 15% van hun lichaamsgewicht kunnen verliezen met behulp van Ozempic [5].
Dat betekent concreet:
15% van 90 kilo = 13,5 kilo gewichtsverlies.
Van die 13,5 kilo:
- Adem je ongeveer 11,3 kilo uit als CO₂.
- Verlies je 2,5 kilo via water (urine, zweet, enz.).
In het kort: 84% van het vet dat je verbrandt, adem je uit, de overige 16% verlaat je lichaam via water, in de vorm van zweet, urine of tranen.
Wanneer verbrandt je lichaam vet?
Leuk weetje: het merendeel van je vetverbranding gebeurt in rust. Maar dat gebeurt alleen als je lichaam daartoe wordt "uitgenodigd". Dat doe je door voldoende te bewegen en gezond te eten.
Verder spelen hormonen hier een sleutelrol. Vooral insuline: hoge insulinespiegels (bijvoorbeeld na het eten van snelle koolhydraten) remmen vetverbranding [3]. Een laag insulineniveau (zoals bij vasten of na een nacht slaap) bevordert vetverbranding.
In het kort: Je lichaam verbrandt vet met name in rust, maar dat moet gestimuleerd worden met voeding en beweging. Ook hormonen, met name insuline, zijn hierbij belangrijk.
Werkt sporten als vetverbrander?
Ja, maar niet zoals je misschien denkt.
Sporten verbrandt calorieën, maar nog belangrijker: het stimuleert vetverbranding in rust. Vooral krachttraining helpt hierbij, omdat het spiermassa opbouwt.
En spieren zijn metabool actiever dan vet. Ze verbranden meer energie, zelfs als je op de bank ligt [6].
Ook cardio helpt, vooral voor de conditie en het verhogen van je dagelijkse verbranding. Maar je hoeft niet te zweten om vet kwijt te raken. Zweet = vochtverlies, geen vetverlies.
Goed om te weten:
- Cardio op lage intensiteit (zoals wandelen): gebruikt relatief veel vet als brandstof.
- Intensieve training (zoals HIIT): gebruikt meer koolhydraten tijdens de training, maar verhoogt het vetverbruik na de training.
In het kort: Sporten verhoogt je vetverbranding vooral door meer spiermassa, die ook in rust calorieën verbrandt.
3 veelgemaakte misverstanden
Er zijn een aantal misverstanden over hoe vetverlies werkt. Dit zijn de drie meest voorkomende:
- "Je plast vet uit."
Niet waar. Je plast het water uit dat overblijft na vetverbranding, maar niet het vet zelf.
- "Vet verandert in spieren."
Vet kan niet 'transformeren' in spier, het zijn totaal verschillende celtypen. Je kunt vet kwijtraken en spieren opbouwen, maar het zijn aparte processen.
- "Hoe meer je zweet, hoe meer vet je verliest."
Zweet is vocht. Geen vet. Veel zweten kan tijdelijk je gewicht verlagen (door vochtverlies), maar het zegt niets over vetverbranding.
In het kort: Je plast geen vet uit, vet verandert niet in spieren, en zweten betekent vooral vochtverlies, geen vetverlies.
.webp)
Wat kun je doen om vetverlies te ondersteunen?
Om vet kwijt te raken, moet je genoeg bewegen en niet te veel eten. Dit zijn de 4 belangrijkste pijlers van vetverlies:
- Creëer een mild calorietekort
Ongeveer 300-500 kcal per dag is duurzaam. - Beweeg regelmatig
Wandelen, tuinieren, fietsen, krachttraining: alles telt. - Slaap goed en beperk stress
Beide beïnvloeden je hormonen en vetverbranding [7]. - Overweeg medische ondersteuning
Voor mensen met overgewicht kan medicatie effectief zijn. Vul onze korte vragenlijst in om te ontdekken of je voor medicatie in aanmerking komt.
In het kort: Zorg voor een gezond calorietekort, beweeg regelmatig, slaap goed, en zoek medische hulp als dat nodig is als je vet wilt verliezen.
Conclusie
Vetverlies is een complex maar fascinerend proces waarbij je lichaam opgeslagen vet omzet in energie, met als afvalstoffen koolstofdioxide en water. Het grootste deel van het vet verlies je dus via je ademhaling, je ademt letterlijk vet uit!
Je verbrandt vet vooral in rust, mits je in een energietekort zit, bijvoorbeeld door minder te eten en meer te bewegen. Sporten helpt vooral indirect door je spiermassa te vergroten, waardoor je ook in rust meer calorieën verbrandt.
Daarnaast spelen hormonen, slaap en stress een belangrijke rol in hoe effectief je lichaam vet kan verbranden. Voor wie extra ondersteuning zoekt, kan medicatie zoals Ozempic helpen om gewichtsverlies te bevorderen, maar de basis blijft altijd een gezonde leefstijl.
Kun je wel wat hulp gebruiken om je streefgewicht te bereiken? Vul onze korte vragenlijst in en ontdek of je in aanmerking komt voor afslankmedicatie.

Veelgestelde vragen
Bronnen
[1] Rosen, E. D., et al. (2014). What we talk about when we talk about fat. Cell, 156(1-2), 20-44 (bron).
[2] Cannon, B., et al. (2004). Brown adipose tissue: function and physiological significance. Physiological Reviews, 84(1), 277-359 (bron).
[3] Boden, G. (1997). Role of fatty acids in the pathogenesis of insulin resistance and NIDDM. Diabetes, 46(1), 3-10 (bron).
[4] Meerman, R., et al. (2014). When somebody loses weight, where does the fat go? BMJ, 349, g7257 (bron).
[5] Wilding, J. P. H., et al. (2021). "Once-weekly semaglutide in adults with overweight or obesity." The New England Journal of Medicine, 384(11), 989-1002 (bron).
[6] Wolfe, R. R. (2006). The underappreciated role of muscle in health and disease. The American Journal of Clinical Nutrition, 84(3), 475-482 (bron).
[7] Spiegel, K., et al. (1999). Impact of sleep debt on metabolic and endocrine function. The Lancet, 354(9188), 1435-1439 (bron).